De algemene EPA
Entrustable Professional Activities (EPA’s)
EPA’s staat voor Entrustable Professional Activities. Een EPA beschrijft de kennis, vaardigheden en attitude die je nodig hebt om de activiteit te kunnen uitvoeren, in combinatie met de CanMEDS-competenties die in die situatie relevant zijn. EPA’s zijn over het algemeen toetsbare activiteiten in de opleiding. Binnen LOGO zijn 12 EPA’s beschreven, voornamelijk probleem gericht.
Doel van een EPA?
Het doel van een EPA is om een handeling/bezigheid te vatten in al zijn aspecten. Bijvoorbeeld voor het zien van een patiënte met buikpijn moet de arts verschillende CANMEDS competenties combineren. Deze set van gecombineerde competenties maakt een EPA en is hiermee een toetsbaar onderdeel van de opleiding geworden.
In LOGO zijn drie domeinen beschreven die een bruikbaar kader bieden om na te gaan waar de sterke punten van een aios liggen en waar verdere ontwikkeling noodzakelijk en/of mogelijk is. Deze opleidingskaders moeten gekoppeld worden aan de opleidingskansen die de dagelijkse praktijk biedt. LOGO doet dat door middel van EPA’s en Thema’s
De domeinen kennis en vaardigheden en basale werkgerelateerde competenties worden primair ontwikkeld binnen EPA’s. Persoonlijke en professionele ontwikkeling zijn primair onderdeel van Thema’s, maar in de praktijk uiteraard verbonden met de ontwikkeling die aios doorlopen binnen vakinhoudelijke EPA’s. In vergelijking met BOEG zijn in LOGO veranderingen doorgevoerd met betrekking tot de EPA indeling en invulling. De belangrijkste kenmerken van een EPA blijven onveranderd gelden. Een EPA 2.0 is:
- ...een kernactiviteit van de professie die wordt toevertrouwd aan een voldoende competente aios,
- ...doet een beroep op meerdere domeinen, vooral kennis en vaardigheden en werk-gerelateerde competenties, die gezamenlijk essentieel zijn om de EPA 2.0 succesvol uit te voeren,
- ...wordt initieel onder strikte supervisie uitgevoerd waarna door opleiding en ervaring meer zelfstandig wordt verkregen, binnen een gestelde tijdsduur.
Wanneer aios binnen een EPA voldoen aan gestelde eisen rondom kennis en vaardigheden en werk-gerelateerde competenties kan vastgesteld worden door aios en opleider(team) dat de aios toe is aan een volgend zelfstandigheidsniveau. Ervan uitgaande dat alle aios starten met functioneren onder strenge supervisie, zijn er in LOGO drie zelfstandigheidsniveaus onderscheiden waar een aios naartoe kan werken, namelijk:
- weinig supervisie
- geen supervisie
- aios in superviserende rol
Dit is een verandering ten opzichte van BOEG. In BOEG werden 5 bekwaamheidsniveaus gehanteerd. Het conceptuele verschil tussen bekwaamheid en zelfstandigheid is van belang. EPA’s gaan over meer dan alleen kennis en kunde in huis hebben en meer dan de individuele bekwaamheid van een aios. EPA’s gaan over de wijze waarop een aios bijdraagt aan optimale zorg in een afgebakend deel van ons vakgebied. Dat is een inschatting die niet alleen kennis en kunnen van aios betreft, maar onder andere ook haar ontwikkeling op werkgerelateerde competenties, de mate van zelf-inschatting en zelf-regulatie en dat in combinatie met de kwetsbaarheid van de patiënten waar het om gaat, de organisatie van zorg en van back-up mechanismen bij onverwacht lastige situaties. Vandaar dat de inschatting die gemaakt wordt op het niveau van een EPA, door zowel aios als opleider(s), niet alleen gaat over een individueel bekwaamheidsniveau maar ook om een individueel zelfstandigheidsniveau passend bij de opleidings- en werkcontext van de aios.
Basis EPA’s
Een EPA start met een puntsgewijze beschrijving van de inhoud van die EPA, ingedeeld aan de hand van de volgende categorieën: van de kennis; verrichtingen/handelingen; patiënt gecentreerde zorgverlening; werken in teamverband; functioneren in en verbeteren van organisatie van zorg. Deze beschrijving geeft een beeld van de inhoud en is niet bedoeld als complete beschrijving van alle facetten die onderdeel uit kunnen maken van zorg voor patiënten binnen dit deel van ons vak.
Feedback in EPA
Voor elke EPA is omschreven welke kennis en vaardigheden eronder vallen en hoe de werkgerelateerde competenties ‘patiënt gecentreerde zorgverlening’, ‘werken in teamverband’ en ‘functioneren in en verbeteren van organisatie van zorg’ ingevuld zijn. Dit zijn doorgaans beschrijvingen in de vorm van toetsbare einddoelen en stimuleren en ondersteunen van continue ontwikkeling.
Deze feedback is nodig om met de aios en het opleidingsteam te bepalen of de aios een zelfstandigheidsniveau omhoog kan.
Naast de zelfstandigheidsniveaus voor EPA’s zijn er ook de bekwaamheidsniveaus voor verrichtingen. Zo kan een aios voor een specifieke verrichting een hoger niveau hebben dan voor de gehele EPA.